Dit thema raakt aan de diepe vernieuwing die Jezus Christus brengt, en tegelijkertijd aan het dagelijks concreet maken van dat nieuwe leven als christen. Het komende jaar willen we hiermee aan de slag gaan. Wat betekent het vernieuwd te zijn of te worden door Jezus Christus en hoe passen we dat toe in ons dagelijks leven?
We willen dit aan de hand doen van 12 kernwaarden in het kader van leven in het licht van Gods Koninkrijk. Hoe doen we dat? Leven als christen in relatie met God, in relatie met elkaar en in relatie met de wereld.
Niet prestatie of schuldgevoel bepaalt, maar de zekerheid dat je geliefd en vergeven bent in Christus.
‘Mijn genade is u genoeg.’ – 2 Korintiërs 12:9
Dagelijks zoeken naar Gods nabijheid, leiding en kracht in plaats van vertrouwen op jezelf.
‘Bid zonder ophouden.’ – 1 Thessalonicenzen 5:1
Leven in het licht van Gods Koninkrijk en hopen op wat komen gaat. ‘Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? Maar als wij hopen op wat wij nog niet zien, blijven wij in afwachting daarvan volharden.’ – Romeinen 8:24-25
Je leven steeds meer laten vormen door Gods wil, ook in keuzes rondom tijd, geld, seksualiteit en werk.
‘Word vernieuwd in de geest van uw denken en bekleed u met de nieuwe mens.’ – Efeziërs 4:23-24
Bewust zijn dat ons leven zich afspeelt in een geestelijke werkelijkheid. Ook in het dagelijks leven ervaren we strijd. Houd stand in Gods kracht en trek de wapenrusting van God aan.
‘Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel.’ – Efeziërs 6:11
Actief werken aan relaties die getekend zijn door vergeving, herstel en recht doen.
‘Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.’ – Mattheüs 5:9
Een houding van jezelf geven voor de ander, zoals Jezus zijn leven gaf.
‘Draag elkaars lasten, zo zult u de wet van Christus vervullen.’ – Galaten 6:2
Het leven ontvangen als gave en ondanks zorgen vreugde vinden in Gods trouw.
‘Verblijd u altijd. Bid zonder ophouden. Dank God in alles.’ – 1 Thessalonicenzen 5:16-18
Niet individualistisch, maar samen als lichaam van Christus leven en elkaar dragen. Zoals de eerste gemeente gevormd werd rond gebed, het breken van het brood en zorg voor elkaar, zo zijn ook wij geroepen om een gemeenschap te bouwen.
‘U bent samen het lichaam van Christus, en ieder van u is een deel daarvan.’ – 1 Korintiërs 12:27
Opkomen voor kwetsbaren en onrecht niet laten begaan, in lijn met Gods hart voor de armen en onderdrukten.
‘Hij heeft u bekendgemaakt, mens, wat goed is: recht te doen, trouw te betrachten en nederig te wandelen met uw God.’ – Micha 6:8
In woorden en daden delen dat Gods Koninkrijk komt en dat Jezus Heer is.
‘Wees altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop die in u is.’ – 1 Petrus 3:15
Leven in respect voor Gods schepping en zorgvuldig omgaan met alles wat Hij toevertrouwt.
‘De aarde is van de HEER en al wat zij bevat.’ – Psalm 24:1